In de krant; 'Niet meer dakloos'
“Het is de nacht van 10 juli 2022 en Patrick* slaapt al lange tijd in de opvang. Door de excessieve hoeveelheid alcohol in zijn systeem krijgt hij bijna geen lucht meer. Met elke ademhaling wordt het lichter voor zijn ogen. ‘Nu is het klaar’, denkt Patrick vlak voor hij zijn bewustzijn verliest.”
Vanuit dat dieptepunt begint Patricks weg omhoog. Een herstel dat vraagt om moed, eerlijkheid en ongelooflijk veel doorzettingsvermogen.
Nu, drie jaar later, werkt hij als persoonlijk begeleider bij De Binnenvest en volgt hij de opleiding tot ervaringsdeskundige.
Hij deelt zijn verhaal openhartig met het Leidsch Dagblad.
Ook Delbar en Yalda vertellen zo sterk en eerlijk over hoe het is om na dakloosheid weer op eigen benen te staan.
Kortom: een prachtig artikel, dat laat zien wat een eigen plek, een écht thuis, betekent.
De verhalen van Delbar, Yalda en Patrick zijn zo belangrijk om te vertellen. Pas als we echt luisteren naar wat dakloosheid met een mens doet kunnen we werken aan oplossingen die werken.
Delbar, Yalda en Patrick raakten dakloos én klommen uit het dal. ’Als ik hier op de galerij ga staan, voel ik zo veel dankbaarheid’
Michelle Broer 13-10-25, Leidsch Dagblad
LEIDEN Jaarlijks krijgen ongeveer vijftig dakloze mensen in de Leidse regio een huis toegewezen. Toch is een einde aan dakloosheid pas de eerste stap naar zelfredzaamheid. Hoe is het om na dakloosheid weer op eigen benen te staan? Het Leidsch Dagblad sprak met Delbar, Yalda en Patrick* over hun herstel.
Op de derde verdieping van een appartementencomplex in de Merenwijk, op een steenworpafstand van buurthuis ’Op Eigen Wieken’, wonen Delbar (65) en Yalda (37). Op de brievenbus staat hun naam en in de slaapkamers ligt het speelgoed van hun kinderen. Simpele feiten, maar voor het voormalig dakloze gezin betekent het alles. ,,Als ik hier op de galerij ga staan en over de bomen naar de horizon kijk…’’, de spraakzame Delbar valt even stil, legt zijn hand op zijn hart en wijst naar het plafond. ,,Dan voel ik zo veel dankbaarheid.’’
Al vijf jaar huurt het Afghaanse stel hun eigen huis. Toch voelt het ijs nog altijd dun. Zoals bij veel voormalig dakloze mensen is op eigen benen staan een kwestie van wankelen. Als er op de krappe woningmarkt al een huis gevonden kan worden, is de weg naar zelfstandigheid lang, vraagt om intensieve begeleiding en vooral: immens doorzettingsvermogen.
ETHOS
Volgens de laatste ETHOS-telling die in 2024 in Holland Rijnland werd gehouden, zijn in deze regio 700 mensen dakloos. Bij dezetelmethode wordt dakloosheid gezien als een gebrek aan volwaardige huisvesting. Zo vallen bijvoorbeeld ook mensen met dreigendeuithuiszetting onder het getelde aantal. Toch had De Binnenvest, een stichting voor maatschappelijke opvang in Holland Rijnland, vorigjaar nog meer dan twee keer zo veel cliënten: 1800 mensen die in verschillende mate hulp nodig hebben om zelfstandig te kunnenwonen.
Naast het bieden van opvangplekken aan dakloze mensen, begeleidt de stichting namelijk mensen die weer een eigen woning hebben.,,Zelfs als iemand nog nooit op straat heeft gestaan, maar het wel mis dreigt te gaan, worden wij preventief ingeschakeld’’, legt JessicaOlij, manager ambulante begeleiding bij De Binnenvest uit.
Kind aan huis
Op een sierlijk vloerkleed en wat planten na is de woonkamer in de Merenwijk sober ingericht. Een grijze bank in de hoek strekt zich uitover de volledige lengte van twee muren. Terwijl Delbar zijn begeleider Johan Hoenderkamp (54) de oren van het hoofd kletst, doet zijnvrouw Yalda haar schoenen uit bij de voordeur.
Het uniform van de tandartspraktijk waar ze stage loopt, houdt ze aan. Na het interview moet ze weer aan het werk. Ze introduceertzichzelf met een bescheiden glimlach en duikt snel de keuken in. Gedurende de middag vult Yalda de koffietafel met lekkernijen.Wanneer de dampende mokken met shir chai, een Afghaanse thee met melk en kardemom, niet worden aangeraakt, schuift ze zegeruisloos steeds dichter naar haar gasten.
Na negen maanden in een tijdelijke woning verhuisden Delbar en Yalda vijf jaar geleden naar dit ruime appartement. De Binnenvestbegeleidt het proces. ,,Ze hebben alles voor ons gedaan.’’ Yalda werpt een betekenisvolle blik op Johan, die zich als een kind aan huis opde bank heeft genesteld.
Sinds 2015 zijn gemeenten, volgens de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), verplicht mensen te ondersteunen die nietzelfstandig kunnen leven. Voor een deel van die zorg hebben gemeenten contracten met verschillende organisaties. Dreigt er dak- enthuisloosheid? Dan wordt in de Leidse regio onder andere De Binnenvest ingeschakeld. ,,Wanneer iemand recht heeft op opvang, zoekenwe een plek zo dicht mogelijk bij de plek waar diegene dakloos raakte’’, legt Olij uit.
Impact
Eenmaal opgevangen of in een woning geplaatst, wordt een cliënt aan een maatschappelijk werker en persoonlijk begeleider gekoppeld.,,Ons voornaamste doel is om iemand weer volwaardig in de samenleving te krijgen. Dat je de dingen weer kan doen zoals jij het zelf voorje ziet.’’ Dat betekent dat een begeleider niet alleen helpt om de financiën op orde te krijgen of een geschikte school voor de kinderen tevinden, legt Olij uit. ,,Als het iemand niet lukt om zelf de was te doen, helpen wij daar ook bij.’’
Hoe intensief die begeleiding is en hoe lang trajecten duren, verschilt volgens Olij per casus. ,,Dakloosheid heeft echt een enorme impact.Mensen kunnen daar lang last van houden en je wilt eigenlijk voorkomen dat het in de toekomst weer gebeurt.’’ Daarom verstrekt DeBinnenvest, nadat iemand weer een eigen huis heeft, nog ten minste twee jaar begeleiding. In sommige gevallen duurt dat proces langer,zoals bij Delbar, Yalda en hun kinderen.
Delbar vlucht al in 2001, voordat het Amerikaanse leger Afghanistan binnenvalt, naar Nederland. Aan zijn vlucht en de daaropvolgendezeven jaar die hij in asielzoekerscentra doorbrengt, heeft hij veel trauma’s overgehouden. Ondanks zijn Nederlandse verblijfvergunningkeert hij daarom terug naar Afghanistan, waar hij zijn vrouw Yalda ontmoet.
Samen vertrekken ze in 2019 naar Leiden, waar ze hopen bij kennissen terecht te kunnen. Met hun acht maanden oude kind klopt hetgezin na een lange reis aan. Maar met open armen worden ze niet ontvangen. Elke paar dagen moeten ze op zoek naar een ander adres.Als, na een nacht op een vochtige zolder, haar kind ziek wakker wordt, weet Yalda dat ze hulp nodig hebben.
Kinderwagen
Op advies van een kennis melden ze zich bij de daklozenopvang. Yalda heeft haar dochter op haar arm en houdt het zieke kind stevigtegen zich aangedrukt als ze bij De Binnenvest naar binnen stapt. De medewerker die hen ontvangt, kijkt haar schuin aan en vraagt:hebben jullie geen kinderwagen? ,,Nee, we zijn nieuw’’, antwoordt Yalda nuchter.
Binnen anderhalve week komt er voor het gezin een plek vrij in tijdelijke huisvesting. Na een nacht in hun nieuwe onderkomen, gaat hetnog onwennige trio op pad naar de supermarkt. Bij thuiskomst staart Yalda stomverbaasd naar de kinderwagen voor haar deur.Neergezet door medewerkers van De Binnenvest.
Het gezin woont in totaal negen maanden in de tijdelijke woning. Ondertussen helpt de stichting met het regelen van een uitkering enverzekeringen. ,,Ze begonnen ons geld te geven’’, zegt Delbar nog altijd met lichte verbazing in zijn stem. ,,Ja, een voorschot om eten tekunnen kopen’’, vult Johan aan.
Inmiddels heeft het gezin dus al jaren een eigen huurwoning. Hoewel het met Delbar mentaal steeds beter gaat, Yalda hard werkt omtandartsassistent te worden en de kinderen naar school gaan, komt Johan nog wekelijks over de vloer. ,,Zo werken we langzamerhandnaar de doelen toe’’, legt Johan uit. ,,Ik hoop dat we op een gegeven moment, afscheid van elkaar kunnen nemen.’’ Yalda, die plots haarfelle vastberadenheid laat doorschemeren, springt bijna op: ,,Nee! Dat mag niet hoor!’’
Engelenkantoor
Dat begeleiders en cliënten naar elkaar toe groeien gebeurt vaker, bevestigt Jessica Olij. ,,Dat daar een werkrelatie ontstaat die warm is,dat herken ik. Soms raakt het me ook. Als je je uitgesloten voelt van de maatschappij en de begeleiding helpt je om je leven weer op de ritte krijgen, wordt dat gewoon een heel belangrijk onderdeel.’’ Bovendien is die band een goed teken: ,,Ze durven weer te vertrouwen opandere mensen.’’
En dat vertrouwen zit bij Yalda diep: ,,Als een kennis aan mij vraagt: ’Hoe moet ik dit doen in Nederland?’, dan zeg ik: ’Ga het maar bijhet Angel-kantoor vragen. Bij De Binnenvest weten ze het wel’.’’
Uiteindelijk zal Johans begeleiding langzaam worden afgebouwd. ,,Het is zo’n heftige situatie. Dus je laat los als iemand echt er klaarvoor is en je zegt je mag altijd terugkomen als het weer nodig is.’’ ,,Maar’’, benadrukt Olij, ,,uiteindelijk gaan wij weg, hoe warm diebanden ook zijn.’’
Patrick was verslaafd en dakloos en is nu ervaringsdeskundige: ’Herstel is topsport’
Na een jarenlange alcoholverslaving raakt Patrick (52), die niet met zijn echte naam in de krant wil komen, dakloos. Hij heeft niets enniemand meer. Zijn herstel begint als hij zijn dieptepunt heeft bereikt.
Licht
Patrick ligt in bed en staart naar zijn handen. Dat zijn vingers broodmager zijn, is hij inmiddels gewend, maar de blauwe kleur van zijnhuid baart hem zorgen. Met zijn kamergenoten, die zelf vaak ook op de afgrond van een overdosis balanceren, of de aanwezigebeveiligers durft hij zijn zorgen niet te delen. Het is de nacht van 10 juli 2022 en Patrick slaapt al bijna een jaar in de daklozenopvang.Door de excessieve hoeveelheid alcohol in zijn systeem krijgt hij bijna geen lucht meer. Met elke ademhaling wordt het lichter voor zijnogen. ,,Nu is het klaar’’, denkt Patrick vlak voor hij zijn bewustzijn verliest.
Het Papegaaisbolwerk is om zeven uur ’s ochtends nog uitgestorven als de deur van de regionale opvang langzaam opent. Beduusd stapteen magere man de bewolkte dag tegemoet. Normaal gesproken loopt Patrick rechtstreeks naar de Dirk om deontwenningsverschijnselen met een halve liter bier weg te spoelen. Maar na de ergste nacht van zijn leven gaat hij op een bankje zittenen kijkt om zich heen.
Voor zijn ogen ziet hij niet het geelgroene gazon of de schoorsteen van de energiecentrale, maar de straten van Curaçao, waar hij alsmarinierszoon zijn jeugd doorbracht en de industriële machines die hij als dertiger voor tonnen aan klanten wist te verkopen. Maar hijziet ook de kleine wodkaflesjes die hij voor zijn vrouw verstopte. En dan de afkickklinieken, de wodkafles in één hand, de andere handaan het stuur, de leasewagen die hij voor de ogen van zijn ex-vrouw in de prak reed. De stacaravan waar hij voor het laatst zelfstandigwoonde, toen hij alles en iedereen al kwijt was.
Krachtwerk
Terwijl zijn leven aan hem voorbij flitst, weet Patrick dat hij een keuze moet maken: stoppen of door tot het bittere eind. Hij sleeptzichzelf van het bankje, verzamelt wat flessen water en brood en loopt, zonder met iemand te spreken, de binnenstad uit. In de bosjes,uit het zicht van voorbijgangers, probeert hij met gevaar voor eigen leven af te kicken.
Het lukt. Dagenlang houdt Patrick het vol om niet te drinken of gebruiken. Hij komt alleen in de opvang om te slapen en besteedt de restvan de dagen tussen de struiken. Langzaam sleept hij zichzelf uit het dal.
Dan gaat het snel. Zijn maatschappelijk werker heeft te horen gekregen dat Patrick twee weken clean is, en zet hem in een aparteslaapkamer. Een doorstroomkamer, bedoeld om cliënten klaar te stomen voor vertrek naar een andere voorziening. ,,Als je dit dertig dagen volhoudt, kan je hier misschien weg’’, vertelt zijn begeleider hem.
Met zicht op een ’normaal dak boven het hoofd’, werkt Patrick hard. Met succes, want in augustus 2022 trekt hij in bij het Cleanhousevan Stichting De Binnenvest: een kleinschalige vorm van beschermd wonen waar verslaafden kunnen werken aan herstel. Hij krijgt eennieuwe begeleider toegewezen, een oudere dame met een bak aan levenservaring, met wie hij een enorme klik heeft. Samen bouwen ze,met de principes van ’Krachtwerk’ - een methodiek die vraagt naar wat mensen nog wél kunnen -, zijn leven weer op.
Herstel
In de wachtkamer van De Binnenvest aan de Oude Rijn in Leiden komt een opgewekte man binnenlopen. Het groepje medewerkers bij hetkoffiezetapparaat kent hij bij naam en, voordat hij met een zelfverzekerde pas naar een vergaderruimte loopt, zwaait hij enthousiastnaar de receptionist. Wie deze relaxed geklede man niet kent, zou niet zeggen dat Patrick drie jaar geleden op de rand van de doodbalanceerde.
Hoewel hij officieel nog een jaar cliënt is, werkt Patrick als ervaringsdeskundige voor De Binnenvest, coördineert hij bijeenkomsten vaneen zelfhulpgroep en heeft hij de banden met zijn familie hersteld. ,,Mijn dochter slaapt nu elke woensdag bij mij’’, terwijl hij na een uurvertellen een slok van zijn koude koffie neemt.
Na achttien maanden in het Cleanhouse stroomde Patrick vorig jaar door naar een contingentwoning, een huurwoning van eenwoningcorporatie die cliënten kunnen huren. Daar woont hij nog altijd. ,,Ik heb nog keihard geschopt tegen het budgetbeheer, want ikheb geen problemen met geld.’’ Toch is een vorm van extern budgetbeheer een voorwaarde voor begeleiding bij De Binnenvest. ,,Ik hebwel geleerd dat ik niet veel meer geld nodig heb.’’
Over een paar maanden stopt zijn begeleiding en zal zijn woning ’omklappen’. Dan loopt de betaling van zijn huur niet meer via deStadsbank en zal Patrick - voor het eerst in bijna vijf jaar - weer zelfstandig wonen.
Delbar en Yalda willen niet met hun achternaam in de krant, wel zijn hun echte voornamen gebruikt. De naam Patrick is gefingeerd. De echte naam van de ervaringsdeskundige is bij de redactie bekend.